Print Email Facebook Twitter Beleidsanalyse Title Beleidsanalyse: zoute wateren Author Boeije, R.C. Van Westen, C.J. Corporate name Rijkswaterstaat, RIKZ Project Derde Nota waterhuishouding (NW3) Date 1989-12-19 Abstract Het huidig en voorgenomen landelijk en regionaal beleid ten aanzien van de zoute watersystemen is in hoge mate gericht op het terugdringen van verontreinigingen en het beschermen van natuurlijke waarden. Ondanks de nodige inspanningen blijven de hoge gehalten aan nutriënten en microverontreinigingen in water en bodem en de aantasting van de natuur en de visserijfunctie door menselijke activiteiten knelpunten die om een landelijke aanpak vragen. Om een duurzame ontwikkeling van zelfregulerende watersystemen mogelijk te maken en gebruiksfuncties optimaal tot ontplooiing te laten komen, is de komende jaren dan ook aanvullend beleid noodzakelijk. Dit beleid dient rekening te houden met de potenties van de watersystemen. Ten behoeve van het opstellen van de derde Nota waterhuishouding is een beleidsanalyse opgesteld voor het waterhuishoudkundig beleid ten aanzien van de zoute wateren in de periode 1991-1995, met een doorkijk naar het jaar 2020. In deze beleidsanalyse is een aantal maatregelen ontworpen en beoordeeld op de gevolgen ervan voor de watersystemen en de gebruiksfuncties. Na analyse van een negental beleidsvarianten, die waren samengesteld uit saneringsmaatregelen met een oplopend emissiereductie-percentage, aanvullende maatregelen en (voor de zoete wateren) een tweetal waterverdelingsvarianten, werden vier alternatieven geformuleerd die in een tweede analyse-ronde zijn uitgewerkt. Deze vier alternatieven werden in hoofdzaak gekenmerkt door de omvang van de emissiereductie: 1. de situatie 1985 met emissieniveau 1985; 2. huidig beleid, incl. implementatie RAP en NAP. Emissiereductie t.o.v. 1985 is 50%; 3. zoete wateren voldoen aan de basiskwaliteit, implementatie NAP. Emissiereductie t.o.v. 1985 is 60%; 4. doorkijk 2000. Emissiereductie t.o.v. 1985 is 90%. Bij alternatief 2 werd een tweetal varianten meegenomen: 2a. alternatief 2 met een aantal aanvullende maatregelen; 2a+. alternatief 2a met een extra reductie (90%) van organische microverontreinigingen. Alternatief 4 werd nog uitgebreid met: 4a. alternatief 4 met aanvullende maatregelen. Op grond van de analyseresultaten wordt voor de zoute wateren het volgende (landelijke) beleid voorgesteld voor de periode 1990-1994: * voor het realiseren van een emissiereductie van alle verontreinigingen met 50% is implementatie van het Rijnactieplan en het Noordzee-actieplan noodzakelijk; * de emissies van fosfaten dienen met 75% te verminderen; de emissies van nitraten minstens met 50%; * de emissiereductie van organische microverontreinigingen (met name PCB's, PAK's en TBT) is hoger dan 50%; * ca. de helft van de nautische baggerspecie uit havens dient de komende 10-15 jaar in 4 a 5 middelgrote depots te worden opgeslagen; * de invloed van baggerwerkzaamheden op de troebelheid van het water dient beperkt te worden door andere baggermethoden of fasering van de werkzaamheden; * sanering van zoute waterbodems is niet noodzakelijk; * de overexploitatie door de visserij dient beperkt te worden door: - continuering vangsquota gedurende 5 tot 10 jaar; - zonering in plaats en tijd; - beëindiging vangst jonge haring in het Kattegat; - herstel van paaigebieden; - vergroting maaswijdte. * zonering van functies om rust- en stiltegebieden te creëren; * gebruik maken van milieuvriendelijke materialen en konstrukties bij aanleg en onderhoud van kustverdedigingen. Subject zout waterbeleidbeleidsanalyseverontreinigingemissiereductiewaterhuishoudingwatermanagement Classification TMA5000LBR00TLN900500 To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:086aa631-b577-49f4-adc5-9c689b571d73 Publisher Rijkswaterstaat, RIKZ Part of collection Hydraulic Engineering Reports Document type report Rights (c) Rijkswaterstaat Files PDF Boeije_Westen_van1989.pdf 16.9 MB Close viewer /islandora/object/uuid:086aa631-b577-49f4-adc5-9c689b571d73/datastream/OBJ/view