Print Email Facebook Twitter Morfo-dynamiek strandsuppleties Egmond aan Zee Title Morfo-dynamiek strandsuppleties Egmond aan Zee Author Van Beijnen, W.F. Contributor D'Angremond, K. (mentor) Van de Graaff, J. (mentor) Visser, P.J. (mentor) Boers, M. (mentor) Huisman, P. (mentor) Faculty Civil Engineering and Geosciences Department Hydraulic Engineering Date 2001-04-01 Abstract Om inzicht te krijgen in de morfologie van het kustgebied ter hoogte van Egmond aan Zee en Bergen aan Zee is het kustgebied geanalyseerd tussen raai 30.00 en 43.00. Daarbij is een strook geanalyseerd tot 1600m zeewaarts en ongeveer 300m landwaarts van de RSP-lijn (Rijks StrandPalen-lijn). Om inzicht te krijgen in de gemiddelde morfologische ontwikkeling van het omschreven studiegebied is voor beide perioden en de drie afzonderlijke bereiken gekeken naar de gemiddelde ontwikkeling van de kuberingswaarden. Deze gemiddelde ontwikkeling (gemiddeld aanzanding of erosie of stabiel) is per raai bepaald door een lineaire trendlijn te berekenen door de reeks kuberingswaarden. De berekening van de trendlijn voor de periode 1964-1989 is niet gecompliceerd omdat alleen natuurlijke processen een rol spelen bij de ontwikkeling van de morfologie. Dat is anders in de periode 1990-1997 waar ook rekening moet worden gehouden met de uitgevoerde suppleties. De trendlijn is daarom zodanig berekend dat op het moment dat er een suppletie is uitgevoerd de trendlijn een sprong ter grootte van die suppletie maakt. Ter hoogte van Egmond aan Zee en Bergen aan Zee is al in 1990 een suppletie uitgevoerd. In de rest van het studiegebied is er pas vanaf 1992, of helemaal niet gesuppleerd. Het tijdstip van het begin van de suppletie-invloed (het trendbreukmoment) is dus niet voor alle raaien gelijk en is daarom voor elke raai apart vastgesteld. Dit trendbreukmoment vormt de overgang van de trendlijn berekend op basis van de kuberingen zonder invloed van suppleties (1964-trendbreukmoment) en de trendlijn met invloed (trendbreukmoment-1997). Op basis van de trendanalyse is duidelijk geworden dat ter hoogte van de kustgebieden Egmond aan Zee en Bergen aan Zee waar na 1990 intensief is gesuppleerd, inderdaad ook veel zandverlies plaatsvindt. Bij Bergen aan Zee is dit zandverlies gemiddeld per jaar ongeveer gelijk aan de hoeveelheid gesuppleerd zand en bij Egmond aan Zee is het zandverlies zelfs groter dan dat er is aangebracht door suppleties. Het langstransport in de belendende kustvakken lijkt te zijn toegenomen maar met veel minder dan de verliezen die worden geleden bij de intensief gesuppleerde gebieden. Ook is duidelijk geworden uit de trendanalyse dat het bereik tussen RSP+660m en RSP+1OOOm significant zandrijker is geworden. Verder valt op dat het zandverlies bij Egmond aan Zee veel groter is dan bij Bergen aan Zee. Als het studiegebied als geheel wordt bekeken is te zien dat er zowel voor 1990 als erna netto zand verdwijnt. Het verschil tussen beide perioden is niet groot waardoor gezegd kan worden dat het gesuppleerde zand voor het overgrote deel in het studiegebied terecht is gekomen. Tot slot is het probleem van de versnelde regressie nog van een financieel-economische kant bekeken. Er is in 1990 voor gekozen de kustlijn circa 34m zeewaarts te verschuiven. De kans op ernstige overlast en schade bij hoge stormvloeden ter hoogte van Egmond aan Zee is daarmee gebracht op gemiddeld 1/500 per jaar. Door de investeringen in extra suppleties is het wellicht economisch meer rendabel om de kustlijn minder ver zeewaarts te handhaven zodat minder suppletie investeringen nodig zijn maar waardoor ook de kans op ernstige schade toeneemt. Er is een financieel-economische analyse uitgevoerd voor stormen met een overschrijdingskans tussen gemiddeld 1/50 en 1/5000 per jaar. Uit de analyse is gebleken dat als globaal wordt gekeken naar de derving van inkomsten uit de toeristensector, de investeringen ten behoeve van de suppleties en de schade aan bebouwing bij grote stormen, een beperkte kustlijn verlegging het meest gunstig is. Subject coastlinebeachnourishmentcoastal stability To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:0a4bce54-329b-4152-a440-386baa2f847f Publisher TU Delft, Civil Engineering and Geosciences, Hydraulic Engineering Part of collection Student theses Document type master thesis Rights (c) 2001 Van Beijnen, W.F. Files PDF ceg_vanBeijnen_2001.pdf 14.14 MB Close viewer /islandora/object/uuid:0a4bce54-329b-4152-a440-386baa2f847f/datastream/OBJ/view