Print Email Facebook Twitter Streefbeelden van de Zuid-Hollandse kust: Voor de functies waterkeren, transport en ecologie & waterkwaliteit Title Streefbeelden van de Zuid-Hollandse kust: Voor de functies waterkeren, transport en ecologie & waterkwaliteit Author Koskamp, G. Stutterhelm, S. Corporate name Rijkswaterstaat Date 2002-05-01 Abstract De directie Zuid-Holland van Rijkswaterstaat heeft tot taak om een beheerplan, het z.g. 'Beheerplan Nat', voor haar beheersgebied op te stellen. In een dergelijk 'Beheerplan Nat' wordt in tien stappen een vertaalslag gemaakt van het beleid uit 'Den Haag' naar het werk in het 'veld'. In een van de eerste stappen worden hiervoor streefbeelden opgesteld, een activiteit uit stap 3. Directie Zuid-Holland heeft RIKZ verzocht om deze streefbeelden op te stellen. Streefbeelden zijn de concrete uitwerkingen van een doel en ze moeten onder andere toetsbaar, realiseerbaar en tijdsgebonden zijn. In dit onderhavige rapport worden de streefbeelden gepresenteerd voor de kust van Zuid-Holland voor drie functies, nl. waterkeren, transport en ecologie & waterkwaliteit. Dit betekent dat naar de overige functies uit dit gebied geen onderzoek is gedaan. Voor het opstellen van de streefbeelden zijn twee wegen gevolgd. De ene weg betreft het lezen van een vijftiental beleidsnota's en het excerperen van die beleidsuitspraken die tot streefbeelden herschreven kunnen worden. De andere weg is overleg met de dienstkringen geweest over o.a. hun werkzaamheden. Inzicht in de werkzaamheden van de dienstkringen maakt het mogelijk om de streefbeelden optimaal op de praktijk gericht en zo helder mogelijk te kunnen omschrijven. Dienstkringen spelen een cruciale rol omdat zij die werkzaamheden in het 'veld' verrichten, waardoor de streefbeelden gerealiseerd kunnen worden. Daarnaast is deze informatie van de dienstkringen gebruikt om een overzicht te geven van de werkzaamheden van de dienstkring. Dit overzicht kan bruikbaar zijn bij het zetten van de volgende stappen van het 'Beheerplan Nat'. Het is van belang te onderkennen dat Directie Zuid-Holland in deze studie om streefbeelden heeft gevraagd en niet om het formuleren van de bijbehorende functie-eisen. Functie-eisen komen in een volgende stap (No. 4) uit het 'Beheerplan Nat' aan de orde. Voor sommige functie-onderdelen is toch een begin gemaakt met het opstellen van een functie-eis. De technische aanpak van deze studie is als volgt geweest. Zoals gezegd, zijn de beleidsnota's doorzocht op beleidsuitspraken. Deze uitspraken zijn opgenomen in een data-base (MS-Access) tezamen met o.a. de informatie over de functie en het watersysteemdeel waar deze uitspraak betrekking op heeft. Deze verzamelde beleidsuitspraken zijn, indien mogelijk, samengenomen, daarna logisch gegroepeerd en tot slot verwerkt tot streefbeelden. Bij het opstellen van de streefbeelden bleek dat er geen conflicterende streefbeelden waren. Hierdoor was het niet nodig om een primaire functie te onderkennen, waaraan andere functies ondergeschikt zijn. Bij het uitvoeren van de studie is de opdeling van het Zuid-Hollandse kustsysteem in drie watersysteemdelen gevolgd. Niet voor alle functies blijkt deze opdeling onderscheidend te zijn. Vandaar dat er ook een grote overlap bestaat tussen de geformuleerde streefbeelden voor dezelfde functie in de verschillende deelgebieden. Vanwege de geringe verschillen in streefbeelden is het op termijn wellicht mogelijk om de streefbeelden en ook de functie-eisen te aggregeren. Voor de drie onderzochte functie zijn, samengevat, de volgende streefbeelden opgesteld. Het streefbeeld voor de functie 'waterkeren' luidt, in algemene termen gesteld, dat de kust duurzaam veilig moet zijn. De basiskustlijn moet vastgesteld zijn en gehandhaafd worden, waarbij de kust flexibel moet zijn en harde kustverdedigingen zoveel mogelijk vermeden moeten worden. Onderwatersuppletie verdient de voorkeur. Voor de functie 'transport' geldt dat het scheepvaartverkeer veilig, vlot en milieuverantwoord moet zijn. Dit geldt zowel voor de haven van Scheveningen als voor die van Stellendam, waarbij verkeersmanagementinstrumenten efficiƫnt worden ingezet en de vaarwegen op diepte worden gehouden. Het streefbeeld voor de deelfunctie 'waterkwaliteit' kan het best worden samengevat met: "De water(bodem)kwaliteit en emissies voldoen aan de normen van de Vierde nota waterhuishouding en de EG-richtlijnen en vormen geen belemmering voor een gezond en duurzaam ecosysteem." Dit betekent dat algenbloei geen bedreiging meer vormt en dat emissies volgens een ketenbenadering worden aangepakt. De sanering van waterbodems is afgerond en bij incidenten wordt de verontreiniging opgeruimd. De deelfunctie 'ecologie' kent het volgende, algemene streefbeeld. Het gebied bezit een gezond en veerkrachtig ecosysteem, dat gekenmerkt wordt door de voor het gebied karakteristieke biodiversiteit en landschappelijke identiteit, terwijl medegebruik mogelijk is. Hierbij wordt aan de Nederlandse natuurbeschermingsdoelstellingen voldaan en het zeegebied ontwikkelt zich tot een natuurlijk systeem. Voor het gebied 'Meijendel' is gesteld dat het beschikt over een adequate buffering om de ecologische hoofdstructuur duurzaam in stand te houden. Voor het Rijn-Maas-estuarium zijn de natuurlijke processen, zoals de zoet-zout overgangen, hersteld. Hiervoor is gesteld dat streefbeelden 'tijdsgebonden' dienen te zijn. Dat wil zeggen dat er een jaartal afgesproken moet zijn waarin het streefbeeld gerealiseerd moet zijn. Deze jaartallen ontbreken echter in de beleidsnota's en dus ook in deze studie. Subject beheerplanstreefbeeldenkustZuid-Hollandwaterkerentransportwaterkwaliteit Classification TMA00TLN9000 To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:3aa24ef3-7d90-4ec5-a076-efc2e3094763 Publisher Rijkswaterstaat, RIKZ Source Rapportnr.: 2002.031 Part of collection Hydraulic Engineering Reports Document type report Rights (c) 2002 Rijkswaterstaat Files PDF rikz2002031.pdf 1.8 MB Close viewer /islandora/object/uuid:3aa24ef3-7d90-4ec5-a076-efc2e3094763/datastream/OBJ/view