Print Email Facebook Twitter Zanddam Zwin: Schatting benodigde afmetingen Title Zanddam Zwin: Schatting benodigde afmetingen Author Roelse, P. Walhout, T. Corporate name Rijkswaterstaat Project Zeeland*advies Date 2003-10-27 Abstract Bij dreigende verontreiniging van het natuurgebied Het Zwin door naar de kust drijvende olie is afsluiting van de monding met een tijdelijke zanddam een reeds beproefde mogelijkheid. Als tot aanleg van een dam wordt besloten moeten er keuzen worden gemaakt voor de locatie en afmetingen. Deze zijn afhankelijk van de te verwachten waterstands- en golfbelasting. CONCLUSIES Een dam in de monding van Het Zwin vergt aanzienlijk minder zand dan een dam achter de monding. De afmetingen van een dam in de monding worden tot hoogwaterstand die 2 keer per jaar voorkomen voornamelijk bepaald door de waterstand. Bij stormvloeden gaat afslag door golven een rol spelen en moet de dam breder zijn. Voor een dam achter de monding ligt dit omslagpunt bij een frequentie van 1 maal per 2 à 5 jaar. Een relatief lage dam (NAP +5 m) is voordeliger dan een hogere dam (NAP +7 m). Een dam tot +3 m is slechts toereikend tot een waterstand ca. NAP +2.7 m. Deze waterstand wordt 5 keer per jaar overschreden. Alleen in de zomerperiode, als geen waterstandverhoging wordt verwacht, zal een dergelijke dam dus kunnen voldoen. In verband met de zandafslag bij golfaanval wordt een breedte van minimaal 10 m aangeraden. Subject zanddamZwinberekeningontwerptijdelijk Classification TPN400370 To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:41545b9c-93e3-4aa5-af70-08ba1f3df7b0 Publisher Rijkswaterstaat, RIKZ Source Werkdocument: AB/2003.823x Part of collection Hydraulic Engineering Reports Document type report Rights (c) 2003 Rijkswaterstaat Files PDF rikzAB2003823_zanddam_zwin.pdf 2.95 MB Close viewer /islandora/object/uuid:41545b9c-93e3-4aa5-af70-08ba1f3df7b0/datastream/OBJ/view