Tussen tent en villa: Het vakantiepark in Nederland 1920-nu

Tussen tent en villa: Het vakantiepark in Nederland 1920-nu

Dings, M.

Bollerey, F. (promotor)
Wagenaar, C. (promotor)

Architecture and The Built Environment

Architecture

2015-04-23

Hoe ontwikkelde het vakantiepark zich en waarom zo? Deze vraag staat centraal in dit proefschrift naar de ruimtelijke ontwikkeling van één van Nederlands bekendste vakantie-accommodaties. Hypothese daarbij was dat die ontwikkeling niet los te zien is van de woonomgeving, omdat het vakantiepark zich steeds in reactie daarop tot een alternatief hiervoor ontwikkelde. Via uitgebreid bronnenonderzoek zijn de ideeën op basis waarvan ondernemers, ontwerpers, organisaties en overheden het vakantiepark bedachten, ontwierpen en planden, in kaart gebracht. Gebleken is dat met name ondernemers en ontwerpers het vakantiepark steeds bewust tot een alternatief voor de woonomgeving van de vakantiegangers maakten. Hun beleving van de woonomgeving van de vakantiegangers – en vooral van wat die hen wel en niet bood – bepaalde in belangrijke mate de opzet en ontwerp van het vakantiepark. Organisaties en vooral overheden schiepen de voorwaarden voor de verdere ontwikkeling van het vakantiepark en droegen zo indirect bij aan de perfectionering van het alternatief dat de ondernemers en ontwerpers reeds bedacht en ontworpen hadden. In de ruimtelijke ontwikkeling van het vakantiepark zijn drie fases onderscheiden, die drie alternatieven voor de woonomgeving representeren: 1920-1960 waarin de makers het vakantiepark in reactie op de als onnatuurlijke leefomgeving ervaren stad, tot sociaalruimtelijke tegenhanger ervan maakten, 1960-1980 waarin ze het, in reactie op de weinig gezinsvriendelijke stedelijke woonomgeving tot een gezinsomgeving bij uitstek maakten, en 1980-nu waarin ze het, in reactie op de gewone woonomgeving tot een spectaculaire tegenhanger daarvan maakten. Daarmee laat dit proefschrift zien dat het vakantiepark al die tijd niet zomaar een vakantieaccommodatie was, maar dat het tevens een alternatief voor de woonomgeving vertegenwoordigde. En dat het als zodanig een, mede door de rijksoverheid gestimuleerde, dubbelfunctie in de ruimtelijke planning had. Het is deze bevinding – van het vakantiepark als een door de rijksoverheid gestimuleerd, maar als ruimte genegeerd alternatief voor de woonomgeving – waarmee dit proefschrift niet alleen een mogelijke verklaring voor de populariteit van het vakantiepark wil aanreiken, maar waarmee het, door een lacune in de planningsgeschiedenis te vullen, de planningsgeschiedenis zelf en het actuele debat over permanente bewoning en recreatieve woonomgevingen in een ander perspectief wil plaatsen.

vakantiepark
holiday park

http://resolver.tudelft.nl/uuid:5d7ab1dd-0950-44b6-8576-524ba34f4566

2020-04-23

Institutional Repository

doctoral thesis

(c) 2015 Dings, M.