Quick Scan of the Economic Consequences of Prohibiting Residual Fuels in Shipping

report
The Energy Research Centre of the Netherlands has carried out a Quick Scan on the economic impact on the Netherlands, resulting from a potential prohibition of residual fuels in international shipping. The Dutch refinery industry annually produces about 8 million tons of refinery residues, the main component of the presently used shipping fuel. It is technically possible to convert all residues into lighter products, although this process will cause an additional energy use of about one million tons of crude oil and a related CO2 emission of about 3.5 million tons. A fast introduction would lead to market disruptions and peak prices. These effects could be limited by a grad-ual introduction over about 6 years, preceded by a preparation phase for the refineries of approximately 6 years. The investment costs for the Netherlands are estimated at about ߿Ơ1.5 tot 2 billion. The Rotterdam bunker market processes both domestic and imported refinery residues. The residues are used to blend shipping bunker fuels, which are both sold to ships and exported to other harbors. Rotterdam will not necessarily be able to develop a similar position in import, export and bunkering of distilled shipping fuels. On balance, there is a reasonable chance that the bunker sector, where about 1500 people are employed, would decrease. This report is a translation of a report originally written in Dutch, entitled Quick Scan economische gevolgen van een verbod op residuale brandstof in de zeevaart, ECN-E--07-036, June, 2007.
Het Energieonderzoek Centrum Nederland heeft in opdracht van het ministerie van Verkeer & Waterstaat heeft een Quick Scan uitgevoerd naar de economische gevolgen van een mogelijk verbod op het gebruik van residuale brandstof in de zeevaart. Het is technisch mogelijk om de Nederlandse raffinage-industrie zodanig aan te passen dat de jaarlijkse productie van ca. 8 miljoen ton residuen, die nu worden afgezet als scheepsbrandstof, geheel wordt geconverteerd in lichtere producten. Deze conversie resulteert wel in een extra energiegebruik van circa 1 miljoen ton ruwe olie en een extra CO2-uitstoot van circa 3,5 miljoen ton. Een snelle invoering leidt tot marktverstoringen en prijspieken. Deze effecten kunnen beperkt worden door een geleidelijke invoering over circa 6 jaar, voorafgegaan door een voorbereidingsperiode voor de raffinaderijen van ongeveer 6 jaar. De investeringen zijn geraamd op ongeveer ߿Ơ1,5 tot 2 miljard. De Rotterdamse bunkermarkt verwerkt zowel de Nederlandse als ge??mporteerde raffinage residuen. De hieruit bereide residuale scheepsbrandstof wordt zowel geleverd aan zeeschepen als ge??xporteerd naar andere havens. Rotterdam zal niet noodzakelijkerwijs een gelijkwaardige positie kunnen opbouwen in import, export en bunkering van gedestilleerde scheepsbrandstoffen. Daarom moet per saldo rekening gehouden worden met een krimp van de bunkersector, waar ongeveer 1500 mensen werkzaam zijn.
TNO Identifier
822942
Publisher
ECN
Collation
76 p.
Place of publication
Petten
Pages
76 p.