Print Email Facebook Twitter De sedimentbalans van de gesloten Hollandse kust over de periode 1963 tot 1986 Title De sedimentbalans van de gesloten Hollandse kust over de periode 1963 tot 1986 Author De Ruig, J.H.M. Corporate name Rijkswaterstaat Project Kustgenese Date 1989-07-01 Abstract In het kader van het project 'Kustgenese' is er naar gestreefd een zo betrouwbaar mogelijke zandbalans van de gesloten Hollandse kust op te stellen. De resultaten ervan zullen in deze nota besproken worden. De basis van de balans is een morfologisch databestand, de zogenaamde 'Jarkus'-metingen. Dit zijn jaarlijkse opnames van de hoogte- (duin en strand) en diepteligging (onderwateroever) van een circa 1000 meter lang profiel, loodrecht op de kust. De onderlinge afstam tussen de profielen bedraagt ongeveer 250 meter. Om de vijf jaar wordt iedere kilometer tot 2500 à 3000 meter uit de kust gemeten(de zogenaamde 'kustdoorloding'). De meetgegevens zijn zoveel mogelijk gezuiverd van hiaten en fouten. Bij verscheidene jaren zijn de data aan de landwaartse zijde aangevuld met behulp van 'Kust- en Oeverkaarteringen' ten einde dát deel van de duinstrook dat, zoals in deze nota blijkt, een wezenlijke bijdrage aan de zandbalans levert, in de berekeningen mee te nemen. Van een aantal gebieden en voor ieder gemeten jaar vanaf 1965 is de inhoud ten opzichte van een referentievlak bepaald. Het jaarlijkse sedimentverlies c.q. -winst van het betreffende vak komt overeen met de waarde van de regressiecoëfficient volgend uit een lineaire trendberekening over de verschillende inhouden van de beschikbare jaren. De betrouwbaarheid van de balans wordt mede bepaald door de opgelegde meetfrequentie in ruimte en tijd. Ook al vanwege de mogelijk grotere lodingsfout dienen de aan de hand van de doorlodingen bepaalde resultaten altijd aan een nadere kritische beschouwing onderworpen te worden. Op basis van de in deze nota beschreven methode verliest noch wint het kustvak tussen Den Helder en Hoek van Holland, uitgezonderd de van de buitendelta van het Zeegat van Texel deel uitmakende kustdelen, jaarlijks enige hoeveelheid zand van betekenis. Dit is een netto bedrag; met andere woorden, bovenstaande wil niet zeggen dat de gesloten Hollandse kust morfoloqisch in ruste is. De bruto hoeveelheden op basis van kilometervakken bedragen circa 1,80 miljoen m3/jaar aanzanding tegen een ongeveer gelijk bedrag voor erosie. De huidige duinstrook doet dienst als belangrijke zandvang: Jaarlijks stuift netto gemiddeld 3 tot 3.5 m3 zand per meter kustlengte de duinen in. Voorde aanzandendekustgedeelten is dit gemiddeld ongeveer 10m3/m. De aanzanding in de duinen ligt in dezelfde orde van grootte als de erosie op de onderwateroever (= brandingszone + onderzeese oever (tot zo'n 2,5 à 3 km uit de kust)). In langsrichting sluit de balans redelijk aan bij het bekende (Edelman-)beeld: aanzanding in Rijnland, erosie in Delfland en Noord-Holland. Bijlagen 1 t/m 4 geven voor de verschillende dwars op de kust gedefinieerde stroken de erosie- en sedimentatiecijfers per kilometer. De bijlagen 5 t/m 10 doen dit zelfde voor 10 kilometer vakken. Tenslotte is de jaarlijkse variatie om de trend naar grootte ingeschat. Er blijkt dat in één jaar tijd maximaal 2 tot 3.10^6 m3 sediment kan uitwisselen tussen strand/duin en brandingszone/onderzeese oever. De variaties om de trend laten langs de kust een redelijk consistent beeld zien. Subject kustgenesezandbalansmorfologieerosieaanzandingsedimenttransportmetingen Classification TLN300400TLN1000 To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:6b8f86f1-0616-4196-804a-ceae23723597 Publisher Rijkswaterstaat, RIKZ Source GWAO-89.016 ZL-NXL89.42 Part of collection Hydraulic Engineering Reports Document type report Rights (c) 1989 Rijkswaterstaat Files PDF Ruig_de1989.pdf 21.47 MB Close viewer /islandora/object/uuid:6b8f86f1-0616-4196-804a-ceae23723597/datastream/OBJ/view