Print Email Facebook Twitter De basispeilen langs de Nederlandse kust: Eindverslag Title De basispeilen langs de Nederlandse kust: Eindverslag Author Van Urk, A. Corporate name Rijkswaterstaat Date 1993-04-01 Abstract Deze nota is het eindverslag van een hernieuwd onderzoek naar de basispeilen langs de Nederlandse kust. Kort na de stormramp van 1953 stelde de Minister van Verkeer en Waterstaat de Deltacommissie in met als taak een plan op te stellen ter beveiliging van het land tegen overstroming. In haar eindverslag geeft de Deltacommissie voor een groot aantal peilmeetstations langs het Nederlandse kustgebied en de estuaria de zogenaamde basispeilen. Dit zijn de hoogwaterstanden met een overschrijdingsfrequentie van 1/10.000 per jaar oftewel een kans van 1 % per eeuw. In verband met de onzekerheden in de basispeilen, in het bijzonder die voor de Westelijke Waddenzee in verband met de afsluiting van de Zuiderzee, beval de Deltacommissie aan verder te gaan met het onderzoek naar de hoogte van de basispeilen, op het moment dat voldoende lange meetreeksen ter beschikking zouden staan. De belangrijke uitgangspunten gehanteerd bij het onderhavige onderzoek zijn: - Hoek van Holland blijft een centrale rol vervullen in de hele analyse. De veiligheid van Centraal Holland hangt hier mee samen. - Met behulp van een analyse van de samenhang in extreem hoge waterstanden langs de kust op basis van de waarnemingen, statistische en fysische extrapolatie worden vergelijkbare peilen in de verschillende benaderingswijzen meegewogen in het eindresultaat. Het hernieuwde statistische onderzoek is in 1984 begonnen in een samenwerkingsverband tussen experts van het Centrum voor Wiskunde en Informatica (het vroegere Mathematisch Centrum), het KNMI en de Rijkswaterstaat. Het gaat hierbij om een analyse van de waarnemingen in 5 hoofd-stations, die onafhankelijk van elkaar zijn beschouwd, met als doel bij de huidige stand van de statistische en meteorologische kennis per station een lo nauwkeurig mogelijke uitspraak te doen over de stormvloedstanden behorende bij zeer kleine overschrijdingskansen. De stations zijn Vlissingen, Hoek van Holland, Den Helder, Harlingen en Delfzijl. Tijdens de eindfase van het onderzoek kwam de veiligheid van de dijkring Terschelling in de belangstelling. Daarom is bij de uitwerking en presentatie zoveel mogelijk ook het peilmeetstation West-Terschelling betrokken. De basis van het onderzoek naar de samenhang langs de kust wordt gevormd door wiskundige fysische modellen. Hierbij zijn stormvelden boven de Noordzee gesimuleerd die basispeilomstandigheden opleveren. Voor de uiteindelijke basispeilen langs de Nederlandse kust wordt een verband gelegd met het basispeil voor Hoek van Holland. Langs twee wegen is deze samenhang bepaald. In de eerste plaats door een analyse van de relatie met Hoek van Holland in het gebied van de waarnemingen. Een vergelijking vindt plaats met wat de Deltacommissie vond voor de situatie in de jaren vijftig. In de tweede plaats door middel van genoemd modelonderzoek. Langs deze weg is een zo volledig mogelijke afweging gemaakt van alle beschikbare informatie, zowel vanuit de statistiek van de afzonderlijke meetreeksen als vanuit de fysica van het systeem stormveld-Noordzee. Alle resultaten worden gewogen met behulp van de geschatte onzekerheden. Vaststelling van de aldus bepaalde nieuwe basispeilen is thans verantwoord gezien de nieuwe informatie die thans beschikbaar is. Subject waterstandenextremenstormvloedstanden Classification TLE900250 To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:75a042d1-090c-4625-8f67-c9a369e5334d Publisher Rijkswaterstaat, RIKZ (Dienst Getijdewateren) Source rapport DGW-93.026 Part of collection Hydraulic Engineering Reports Document type report Rights © 1993 Rijkswaterstaat Files PDF dgw-93-026.pdf 4.55 MB Close viewer /islandora/object/uuid:75a042d1-090c-4625-8f67-c9a369e5334d/datastream/OBJ/view