Print Email Facebook Twitter Op weg naar robuuste OV-netwerken Title Op weg naar robuuste OV-netwerken Author De Jong, P. Contributor Van Nes, R. (mentor) Hooghiemstra, G. (mentor) Wiggenraad, P.B.L. (mentor) Bovy, P.H.L. (mentor) Faculty Civil Engineering and Geosciences Department Transport en Planning Date 2005-05-01 Abstract Dit rapport bevat het onderzoek naar de effecten van verstoringen in de beschikbaarheid van infrastructuur voor het netwerkontwerp van stedelijk openbaar vervoer. In een stad gebeurt van alles waardoor de dienstuitvoering van openbaar vervoer geregeld tijdelijk verstoord raakt. De ene keer is zo’n verstoring minder erg dan de andere keer. Er is nog weinig bekend over de effecten van mogelijke verstoringen voor het netwerkontwerp. Daarom zijn deze effecten onderzocht in de analyse die is uitgevoerd. De effecten komen tot uitdrukking in kosten, betrouwbaarheid en robuustheid van een dienstennetwerk. Gezien het grote verschil in infrastructuurdichtheid van weg- en railgebonden vervoer in een stad, is gekozen om deze twee vervoertechnieken te onderzoeken en hun effecten als gevolg van de verstoringen te vergelijken met elkaar. Verwacht wordt namelijk dat de dienstuitvoering van een bussysteem flexibeler is dan die van een tramsysteem en dat dit doorwerkt op de effecten van de verstoringen. In het transportsysteem grijpen verstoringen op drie niveau’s aan: het niveau van de verplaatsingen, het niveau van de vervoerdiensten en het niveau van de verkeerdiensten. Gekozen is om te kijken naar de verstoringen in de verkeersdiensten, dus naar de beschikbaarheid van de infrastructuur. De verstoringen in de beschikbaarheid van infrastructuur waarvan het effect voor de dienstuitvoering berekend is, zijn de volgende: § Kleine verstoringen zoals ongevallen § Weersinvloeden waarbij onderscheid is gemaakt naar storm, ijzel, sneeuw en onweer § Grote verstoringen zoals onderhoudswerkzaamheden aan de infrastructuur Van deze typen verstoringen is hun impact bepaald op het infra- en dienstennetwerk van een bus- en een tramsysteem. Om de effecten van de verstoringen te kunnen berekenen, is gekozen om de verstoringen te simuleren waartoe een model is gemaakt. In dit model is het netwerkontwerpniveau gegeven door 5 dienstennetwerkvarianten die in de analyse worden vergeleken met elkaar. Die dienstennetwerken hebben een ring-radiale structuur waarbij de ontwerpvraag de optimale positie van de ringlijn is. De eerste variant heeft geen ringlijn, de tweede een ringlijn dicht bij het centrum,...., en de vijfde variant heeft een ringlijn aan de buitenkant van de stad langs de uiteinden van de radiaallijnen. Het model berekent uit een kansverdeling voor tijdsduur en frequentie van elk type verstoring de impact van de verstoring op het infra- en dienstennetwerk. Het beschikbare infra- en dienstennetwerk zijn dus stochastisch. Met een toedelingsmethode (alles-of-niets) zijn de reizigers vervolgens toegedeeld over het gerealiseerde dienstennetwerk. Uit de verplaatsingen van de reizigers en de routes van de OV-diensten in het netwerk zijn de reiskosten, kosten voor niet gemaakte verplaatsingen en de exploitatiekosten berekend. Hiermee zijn de effecten bekend voor het netwerkontwerpniveau. De reiskosten zeggen namelijk iets over de betrouwbaarheid van het netwerk, de kosten voor niet gemaakte verplaatsingen iets over de robuustheid en de som van alle kostencomponenten is het effect van de verstoring over de totale kosten. De belangrijkste conclusies uit de analyse zijn de volgende: § 1 De optimale netwerkvariant is verschillend vanuit kostenoogpunt, robuustheid en betrouwbaarheid. Dit maakt het plausibel om niet alleen kostenminimalisatie mee te nemen in de doelfunctie van het netwerkontwerpprobleem, maar ook effecten als robuustheid en betrouwbaarheid § 2 Door een verschil in flexibiliteit van het dienstennetwerk tussen weg- en railtechniek hebben verstoringen een verschillend effect. Het verschil in flexibiliteit blijkt terug te komen in de effecten van de verstoringen. Bij een tramsysteem zijn er veel vaker verplaatsingen niet mogelijk dan bij een bussysteem omdat een tram voor een omrijroute van een beperkte hoeveelheid railinfra gebruik kan maken. Ook zijn de omrijroutes in een tramnetwerk een stuk langer dan in een busnetwerk doordat een bus eenvoudig een straat om kan rijden en daarna zijn normale route weer kan vervolgen. § 3 Het effect van de verstoringen op de totale kosten van een bus- en een tramsysteem is niet groot. Uiteindelijk blijken de effecten van de verstoringen op de totale kosten niet groot te zijn. Bij een bussysteem is een maximale stijging van de kosten te zien van 2,5 en bij een tramsysteem een maximale stijging van 24 . De kostenstijging voor de tram t.o.v. de bus scheelt wel een factor 10. Met scenario’s waarin typen verstoringen vaker optreden en een gevoeligheidsanalyse met parameters die in het model gebruikt zijn, zijn wel grotere kostenstijgingen waarneembaar. Subject OVnetwerken To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:99b1bb23-d89f-4a55-9b64-c934b0898df1 Part of collection Student theses Document type master thesis Rights (c) 2005 P. de Jong Files PDF Eindrapport_pieter_de_Jong.pdf 1.74 MB Close viewer /islandora/object/uuid:99b1bb23-d89f-4a55-9b64-c934b0898df1/datastream/OBJ/view