Print Email Facebook Twitter Laboratorium proeven: Erosie en afslag van grastaluds Title Laboratorium proeven: Erosie en afslag van grastaluds Author Wolffenbuttel, T. Contributor Glerum, A. (mentor) Florian, G.J. (mentor) Bouwmeester, J. (mentor) Faculty Civil Engineering and Geosciences Department Hydraulic Engineering Date 1989-12-01 Abstract Er is een onderzoek naar de erosiegevoeligheid van grastaluds uitgevoerd in het Laboratorium voor Vloeistafmechanica van de TUDelft. Het doel van de proeven was het verkrijgen van inzicht in de erosie- en afslaggevoeligheid van rivierdijken met grasbekleding. Voor de proeven zijnn grasmatten gestoken uit dijkvakken bij Doornenburg, Gendt, Terwolde, Twello en Woudrichem. De monsters zijn geselecteerd op bodem- en vegetatiesamenstelling. Met behulp van een speciaal ontwikkeld steekapparaat zijn monsters gestoken van 3 meter lang, 0.8 meter breeed en 0.3 meter hoog. In een golfgoot zijn deze grasmatten met golven belast. Gedurende de proeven is het verloop van de erosie gemeten. In dit verslag zal uitgebreid worden ingegaan op de opzet en de uitvoering van de proeven. Ook zullen de resultaten van de verschillende onderzoeken worden gepresenteerd en worden er op basis van deze proeven conclusies getrokken. Ook zullen de proeven worden geplaats in relatie tot ander uitgevoerd onderzoek. Naast het onderzoek naar de erosiegevoeligheid onder golfbelasting, is er ook onderzocht wat de karakteristieken van de grasmatten zijn. Onder karakteristiek wordt verstaan de vegetatieve- en bodemsamenstelling, de opbouw van de wortel laag en het gedrag in het erosietoestel van Grondmechanica Delft. De resultaten van dit onderzoek zijnn grofweg in tweeën te delen. In de eerste plaats is er ervaring opgedaan voor verder onderzoek. Dit was ook een uitgangspunt bij de opzet van dit onderzoek dat oriënterend van aard zou zijn. In de tweede plaats zijn er op basis van dit onderzoek een aantal relaties gevonden. De resultaten van dit onderzoek zijn ook getoetst aan de resultaten van andere onderzoeken. Een belangrijkste resultaat is de conclusie dat het beheer bij het toepassen van zandigere dijken van vitaal belang is. Dit omdat de sterkte van deze dijken, bij toenemende zandfractie, steeds meer wordt bepaald door de vegetatielaag. De sterkte van deze vegetatielaag wordt weer in belangrijke mate beïnvloed door het beheer. Eveneens een interessant resultaat is dat de vorm van de erosie in de tijd lineair verloopt. Tot de bovenlaag met vegetatie bezwijkt is er sprake van een lineair verloop. Dit resultaat is ook terug te vinden in de proeven gedaan in Lith. Subject erosieafslaggrastalutsrivierdijkengolfbelasting To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:c9d5cf20-38d9-4381-ba08-5bde36638ee7 Part of collection Student theses Document type master thesis Rights (c) 1989 Wolffenbuttel, T. Files PDF Wolffenbuttel1989a.pdf 16.86 MB PDF Wolffenbuttel1989b.pdf 18.35 MB Close viewer /islandora/object/uuid:c9d5cf20-38d9-4381-ba08-5bde36638ee7/datastream/OBJ1/view