Print Email Facebook Twitter Sturen door inkoop? - De mate waarin het instrument EMVI heeft bijgedragen aan het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen van Rijkswaterstaat Title Sturen door inkoop? - De mate waarin het instrument EMVI heeft bijgedragen aan het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen van Rijkswaterstaat Author Otto, K. Contributor De Ridder, H.A.J. (mentor) Vrijling, J.K. (mentor) Dreschler, M. (mentor) De Jong, G. (mentor) Faculty Civil Engineering and Geosciences Department Design and Construction Processes Programme Bouwprocessen Date 2009-09-14 Abstract De traditionele manier van aanbesteding waarbij gebruik wordt gemaakt van het gunningscriterium ‘laagste prijs’ zorgt voor een aantal nadelen. Zo leveren aanbieders op deze manier van aanbesteden vaak een oplossing die weliswaar scherp geprijsd is maar hierdoor ook een oplossing die het met de kwaliteit niet zo nauw neemt. Aanbieders die echter wel bereid zijn om betere kwaliteit te leveren krijgen vaak de opdracht niet gegund omdat zij hierdoor niet meer de laagste inschrijvingsprijs hebben. Er wordt met dit gunningscriterium dus gekozen voor de goedkoopste oplossing in plaats van de beste. Het enige alternatief voor gunnen op laagste prijs is het gunningscriterium ‘economisch meest voordelige inschrijving’, afgekort EMVI, zoals staat beschreven in de Europese Richtlijnen (2004/18/EG art. 53 sub. 1). Bij het gunningscriterium ‘laagste prijs’ wordt er gestuurd op prijs. Bij het gunningscriterium EMVI wordt er naast de prijs ook gestuurd op meerwaarde. De meerwaarde wordt vertaald in EMVI-criteria waarop de inschrijvers worden beoordeeld. Voor de beoordeling van de verschillende inschrijvingen bestaat een aantal methodes. Vier bekende voorbeelden daarvan zijn het ratiosysteem, waarbij de totale waarde wordt gedeeld door de prijs; het puntensysteem, waarbij zowel de meerwaarde als de prijs in punten worden uitgedrukt; ontwerpwedstrijd, waarbij met een vast budget wordt gekeken naar de aanbieding met de beste prestatie en het prijscorrectiesysteem, waarbij de monetaire eerwaarde van de inschrijvingsprijs wordt afgetrokken. Deze laatste wordt voornamelijk toegepast bij Rijkswaterstaat. Vanaf de tweede helft van 2005 zijn gegevens beschikbaar gesteld over de opdrachten die gegund zijn op EMVI door RWS. Binnen RWS zijn op beleidsniveau vier beleidsaspecten opgesteld waar, gebruikmakend van het gunningscriterium EMVI, op gestuurd dient te worden. Deze vier beleidsaspecten zijn: publieksgerichtheid, duurzaamheid, veiligheid en projectbeheersing. Kennis over de hoeveelheid aanbestedingen is bekend bij RWS maar wat echter het effect is van het gunningscriterium EMVI is niet bekend. Tijdens dit onderzoek is er bij de afdeling InkoopManagement GWW (IMG) bij Rijkswaterstaat een kwalitatieve evaluatie gedaan naar de mate waarin de gunningsmethode EMVI meerwaarde levert voor wat betreft het realiseren van de vier beleidsaspecten van RWS. Hiermee vormt dit onderzoek tevens een nulmeting naar het gebruik van het gunningscriterium EMVI binnen RWS. Vanuit een literatuuronderzoek en gebruikmakend van een drietal aanbestedingen is een evaluatiemodel opgesteld. Met dit model zijn alle EMVI-aanbestedingen, die betrekking hebben op werken en door RWS in 2008 zijn gedaan, geëvalueerd. Om de verschillende EMVI-criteria te beoordelen dienen ze eerst ondergebracht te worden in een van de vier beleidsaspecten. Dit is door een expertteam gedaan. De criteria die nergens bij pasten zijn ondergebracht bij een vijfde aspect genaamd project specifiek. Tijdens de analyse is als eerste gekeken naar de uitvraag. Uit de analyse kwam naar voren dat gemiddeld gezien het prijsvolume voor 68% mee telt in de uitvragen en de monetaire meerwaarde voor 32%. De 32% meerwaarde is als volgt verdeeld over de vier beleidsaspecten: publieksgerichtheid (31%), duurzaamheid (10%), veiligheid (7%) en projectbeheersing (45%). De resterende deel (7%) is bij het aspect project specifiek ondergebracht. Vervolgens is gekeken naar de aanbiedingen van de aanbieders. De aanbieders zijn eerst verdeeld over drie groepen. (1) bestaat uit de winnende inschrijvers. (2) alle inschrijvers en (3) bestaande uit de inschrijvers met de laagste inschrijving. Hierbij kwam naar voren dat voor de winnaars geldt dat er voor 63% invulling wordt gegeven op de wensen van RWS. Voor de andere twee groepen is dit 47% en 50%. De 63% die overeenkomt met een bedrag van 93 M is als volgt verdeeld over de vier beleidsaspecten: publieksgerichtheid (93%), duurzaamheid (37%), veiligheid (57%) en projectbeheersing (51%). Vervolgens zijn de resultaten van groep 1 (winnaars) naast de resultaten van groep 3 gelegd (laagste inschrijvers). Uit het resultaat hiervan kan worden afgeleid dat indien altijd voor de laagste inschrijving zou worden gekozen dit zou betekenen dat RWS in 2008 3.5 M goedkoper uit zou zijn ten koste van 19.6 M minder meerwaarde (minderwaarde). Tot slot is onderzocht welke aspecten tijdens het aanbestedingsproces nog meer een rol spelen. Daar kwam uit dat bij toename van het aantal inschrijvingen de mate van invulling geven door de markt ook toeneemt en dat bij toename van het aantal EMVI-criteria de mate van invulling geven op de wensen van RWS afneemt. To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:ce16ae5d-9a2d-4347-8daf-862b19c33a02 Part of collection Student theses Document type master thesis Rights (c) 2009 Otto, K. Files PDF AF-212_Otto_-_Sturen_door ... Inkoop.pdf 2.23 MB Close viewer /islandora/object/uuid:ce16ae5d-9a2d-4347-8daf-862b19c33a02/datastream/OBJ/view