Print Email Facebook Twitter De kust in breder perspectief: Basisrapport kustnota 1995 Title De kust in breder perspectief: Basisrapport kustnota 1995 Author De Ruig, J. Corporate name Rijkswaterstaat Date 1995-02-01 Abstract Sinds de beleidskeuze in 1990 is de uitvoering van 'dynamisch handhaven' met kracht ter hand genomen. Overal langs de kust is de veiligheid tegen overstroming door de zee gehandhaafd. Met het bestrijden van de structurele erosie zijn de mogelijkheden voor behoud en ontwikkeling van functies in de duinen en op het strand toegenomen. Op de meeste plaatsen is de kusterosie de afgelopen vier jaar tot staan gebracht. In 1994 is echter nog steeds sprake van een suppletieachterstand die langzaam wordt ingelopen. Structurele erosie is een direct gevolg van zandtekorten in de kustzone. In de praktijk is gebleken dat de keuze voor zandsuppletie als belangrijkste methode van kustverdediging juist is. Op grotere tijd- en ruimteschalen bezien, vormen herhaalde suppleties de enige structurele oplossing voor het zandtekort in de kustzone. Er is voldoende zand aanwezig op de bodem van de Noordzee om de komende honderden jaren te blijven suppleren. In specifieke gevallen kan de aanleg van een 'harde' constructie, in combinatie met een suppletie, lonend zijn; dan is sprake van een lokale optimalisatie van 'dynamisch handhaven'. Een harde constructie biedt echter geen oplossing voor het zandtekort. Van 1991 t/m 1994 is jaarlijks gemiddeld 7 miljoen m3 zand gesuppleerd. Daarmee konden de zandverliezen in de kustnabije zone, tot 6 a 8 m beneden NAP, van erosieve kustvakken worden gecompenseerd. De versteiling van de onderwateroever buiten de brandingszone en de volumeafname van de buitendelta's van de Waddenzee worden er niet door gestopt. Op de langere termijn (40 a 100 jaar) zal dit, zeker als de zeespiegel sneller stijgt dan nu, tot versterkte kusterosie leiden. Wanneer de zandverliezen op de onderwateroever moeten worden aangepakt en op welke wijze dat het meest efficiënt kan gebeuren, is nog onvoldoende duidelijk. De onderzoekinspanningen voor de komende jaren zullen daar in belangrijke mate op gericht moeten zijn. De mogelijkheden voor herstel en ontwikkeling van de natuurlijke dynamiek van de kustzone, met behoud van de veiligheid als randvoorwaarde, worden nog onvoldoende benut. In brede duingebieden zouden bij voorkeur brede waterkeringszones aangewezen moeten worden om meer ruimte te bieden voor andere functies. Waar de duinen breed zijn, kan het zeereep-onderhoud worden geëxtensiveerd.Met het huidige budget voor de kustlijnzorg (ruim 60 miljoen gulden per jaar) blijft het de komende decennia mogelijk de kustlijn te handhaven. In de periode tot 2010 is per jaar 6 a 6,5 miljoen m3 suppletiezand nodig om de zandverliezen in de kustnabije zone te compenseren. Voor een duurzame ontwikkeling van de kustzone dienen maatregelen ter handhaving van de kustlijn in breder perspectief te worden beschouwd. De kustlijn zal als onderdeel van de kustzone gezien moeten worden. Daarvoor is een samenhangende visie op (de ontwikkeling van) de kustzone nodig die bij voorkeur door alle betrokken actoren gezamenlijk wordt ontwikkeld. De uitwerking van zo'n visie in regionale kustbeheerplannen kan tot de taken van de Provinciale Overlegorganen voor de Kust worden gerekend. Subject strandsuppletiekustnotabeach nourishmentkustbeleid Classification TLN9000 To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:e2a218a8-e049-4c8a-b9f6-11222f1e42d1 Publisher Rijkswaterstaat, RIKZ Source RIKZ 95.005 Part of collection Hydraulic Engineering Reports Document type report Rights © 1995 Rijkswaterstaat Files PDF rikz95-005.pdf 18.6 MB Close viewer /islandora/object/uuid:e2a218a8-e049-4c8a-b9f6-11222f1e42d1/datastream/OBJ/view