Print Email Facebook Twitter Secundaire spanningen in dwarsverbandstaven van stalen boogbruggen Title Secundaire spanningen in dwarsverbandstaven van stalen boogbruggen Author Chlosta, M. Contributor Romeijn, A. (mentor) Faculty Civil Engineering and Geosciences Department Design and Construction Programme Structural and Building Engineering Date 2008-09-23 Abstract Bijna alle stalen boogbruggen bestaan uit twee bogen die aan weerszijden van het brugdek staan. Om stabiliteit tegen knik uit het vlak van deze bogen te waarborgen worden deze bogen in de praktijk door middel van dwarsverbandstaven met elkaar verbonden. Deze verbandstaven hebben geen invloed op de primaire krachtsafdracht van de boogbrug en dienen enkel als stabiliteitselementen. De vraag rijst nu echter of deze dwarsverbanden niet net als de onderdelen van het brugdek aan veelvuldige spanningswisselingen en daarmee ook aan vermoeiing onderhevig zijn. Stalen boogbruggen zijn namelijk in bijna alle gevallen verkeersbruggen en krijgen daarom tijdens hun ontwerplevensduur te maken met miljoenen spanningswisselingen. Om een antwoord op de vraag te geven of de dwarsverbanden onderhevig zijn aan vermoeiing moet eerst worden onderzocht hoe groot de momenten zijn die in de dwarsverbanden optreden. Dit is in dit verslag onderzocht voor een vijftal belastinggevallen, te weten: belasting op de gehele brug, belasting over de halve brug (in lengterichting), belasting op de halve brug (op een hoofdligger), kruiselingse belasting en kwartbelasting. Daarnaast is ook onderzocht wat de invloed van verschillende dwarsverbandconfiguraties op de momenten in de verbanden is. Hiervoor zijn een vijftal dwarsverbandconfiguraties gemodelleerd, te weten: de rechte dwarsverbandconfiguratie, de kruis- dwarsverbandconfiguratie, de kruis- dwarsverbandconfiguratie met additionele rechte verbandstaven en de K- dwarsverbandconfiguratie. Met deze scala aan configuraties is het gehele spectrum afgedekt wat in de realiteit van toepassing is. Als laatste is onderzocht wat de invloed van de afmeting van de dwarsverbandstaven op de optredende momenten is. Hiervoor is de afmeting van de dwarsverbandstaven proportioneel gesteld aan het traagheidsmoment van de boogligger. Er zijn modellen gemaakt waarin de dwarsverbandstaven een traagheidsmoment van 5%-35% van het traagheidsmoment van de boogligger hebben. Dit is in stappen van 5% onderzocht. Daarmee is een totaal van 7 dwarsverbandafmetingen onderzocht. Als model is de Nootdorpspoorbrug voor over de A12 bij Nootdorp gebruikt. Deze is in het EEM- pakket MIDAS Civil gemodelleerd. Uit het onderzoek is gebleken dat er momenten in drie richtingen in de dwarsverbanden optreden; moment y, moment z, (torsie)moment x. Deze momenten worden met stijgende afmeting van de verbandstaven steeds groter. Dit is een bijna lineair verband. Tevens bleek dat de momenten een gemiddelde waarde van ca. 200-300kNm hebben, en daarmee 20%-40% van de optredende momenten in de boogligger bedragen. Tevens bleek dat de kruiselingse belastingconfiguratie het ongunstigst voor de gegenereerde momenten is. De dwarsverbandconfiguratie met het grootste materiaalverbruik en tevens de grootste stijfheid, de kruis- rechte- configuratie bleek gemiddeld het gunstigst te zijn, en de laagste momenten te veroorzaken. Concluderend kan men dus stellen dat het zeker aandacht verdient om de dwarsverbandstaven op vermoeiingssterkte te testen. Subject arch bridge To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:e5fdf8e9-3899-477f-acb9-2fd246c88197 Part of collection Student theses Document type bachelor thesis Rights (c) 2008 Chlosta, M. Files PDF Eindrapportage_BSc_Eindwe ... i_2008.pdf 3.18 MB PDF Bijlagen_BSc_Eindwerk_M_C ... i_2008.pdf 1.17 MB Close viewer /islandora/object/uuid:e5fdf8e9-3899-477f-acb9-2fd246c88197/datastream/OBJ1/view