Duurzaamheid is een overheersend begrip geworden in de maatschappij. Bedrijven willen steeds duurzamer ondernemen en ook de bouw lijkt hiervan in de ban te zijn. In steeds meer bouwprojecten is duurzaamheid zelfs een van de belangrijkste criteria geworden. Sommige opdrachtgevers beweren zelfs de duurzaamste te zijn. Andere zijn huiverig voor duurzaam bouwen, omdat het nog steeds de naam heeft duur te zijn. Probleemstelling Dit onderzoek is begonnen met de verwachting dat de duurzaamheidambitie duidelijk wordt omschreven in het Programma van Eisen (PvE). De literatuur beschrijft het PvE namelijk als het belangrijkste sturingsdocument in de bouw. Deskundigen beweren zelfs dat een goed PvE een van de succesfactoren kan zijn bij duurzame projecten. Er is echter weinig bekend hoe duurzaamheid in het PvE omschreven kan worden en wanneer dit in het proces dient te gebeuren. Het vroegtijdig vastleggen van de duurzaamheidambitie en aandacht voor de financiële consequenties van deze ambitie zou extra kosten kunnen besparen. Binnen deze ontwikkelingen van toenemende vraag naar duurzaam vastgoed is het interessant om te onderzoeken a) wat de duurzaamheidambitie van opdrachtgevers kan inhouden b) hoe dit wordt geformuleerd in het PvE en c) hoe hierop gestuurd wordt. Daarvoor zal de volgende vraag beantwoord worden: Hoe sturen Nederlandse opdrachtgevers op duurzaamheid in nieuwbouw en wat is daarbij de rol van het Programma van Eisen. Onderzoeksaanpak Het onderzoek bestaat uit drie fasen: De eerste fase bestaat uit een literatuurstudie, de tweede uit vier casusanalyses en voor de derde fase van het onderzoek is een zestal experts vanuit verschillende disciplines geïnterviewd. Op basis van de drie onderzoeksfases is antwoord gegeven op de hierboven genoemde vraagstelling. Het resultaat van het onderzoek is naast het doen van aanbevelingen een model ter verbetering van het proces. Het onderzoek is afgebakend op duurzame nieuwbouwprojecten binnen de utiliteitsbouw in Nederland. De nadruk ligt op het proces van de initiatief- tot en met de ontwerpfase. Er wordt alleen gekeken naar projecten met traditionele contracten. De casusselectie bestaat uit een viertal projecten, waarbij duurzaamheid nadrukkelijk is uitgesproken als ambitie. Wat de duurzaamheidambitie precies inhoud en het effect daarvan kan verschillen per project. Ook kan de rol van het PvE per project verschillen. Er is gekeken naar de ontwikkeling van de duurzaamheidambitie en welke stappen in de initiatief en ontwerpfase zijn genomen om de duurzaamheidambitie te realiseren. Daarbij zijn de volgende vragen beantwoord: Wat houdt de duurzaamheidambitie van Nederlandse opdrachtgevers in? Hoe komt de opdrachtgever van ambitie tot eisen? Hoe zijn duurzaamheidambities en eisen geformuleerd in het PvE? Hoe stuurt de opdrachtgever op de duurzaamheidambitie tijdens het ontwerp? Welke invloed heeft de duurzaamheidambitie op het geld- en tijdsaspect? Na afloop van de casusanalyses heb ik hypothesen opgesteld die ik aan de hand van interviews met zes experts heb getoetst. Conclusies Dit onderzoek maakt onderscheid tussen ambities en concrete eisen. In interviews en literatuur wordt het woord ‘ambitie’ te pas en te onpas gebruikt. Men heeft het ook vaak over doelstellingen en concrete eisen. Het door elkaar gebruiken van deze termen zorgt voor verwarring. Het onderzoek spreekt van ambities wanneer een opdrachtgever iets wil bereiken, wat te vaag is om als eis te worden gezien. De ambities kunnen later vertaald worden naar eisen. Dit onderzoek heeft het dan over eisen die concreet en meetbaar zijn. Zo kan de opdrachtgever een ambitie uitspreken t.a.v. de flexibiliteit van een gebouw: “Het gebouw dient flexibel te zijn.” Een voorbeeld van een eis die hier aan verbonden kan worden is “tussenwanden dienen verplaatsbaar te zijn”. Initiatieffase Duurzaamheid is geen eenduidig begrip. Uit dit onderzoek is gebleken dat duurzaamheid op meerdere manieren valt te interpreteren. Het casusonderzoek laat zien dat de invulling van het begrip afhangt per project. Ook de geïnterviewden voor dit onderzoek hebben allen een andere kijk op de betekenis van duurzaamheid. Het blijkt dat opdrachtgevers zich voorafgaand aan het ontwerpproces niet altijd wezenlijk verdiepen in hun eigen duurzaamheidambitie. Duurzaamheid staat dan vaak als een enkele alomvattende eis geformuleerd in het PvE. Men verwijst in zo’n geval vaak naar een label, zoals GPR-gebouw, EPC of Breeam of men noemt termen als ‘Cradle to Cradle’ of ‘de duurzaamste’. Het uitspreken van een duurzaamheidambitie an sich is niet duidelijk genoeg om het ontwerpteam aan te sturen en de juiste beslissingen te laten nemen. De verschillende interpretaties van duurzaamheid kunnen namelijk voor verwarring zorgen bij het ontwerpteam. Vaak wordt de duurzaamheidambitie aangewakkerd, omdat opdrachtgevers waarde hechten aan een duurzaam imago. Dit imago is in sommige commerciële projecten zelfs de belangrijkste drijfveer. De duurzaamheidambitie van opdrachtgevers begint soms met alleen een ambitie op energiereductie en materiaal. Na gesprekken met een adviseur wordt daar soms een ambitie voor een gezond binnenklimaat bij uitgesproken. Door het betrekken van stakeholders van het project en het in kaar brengen van hun ambities, hebben overeenkomstige ambities door samenwerking een grotere kans van slagen. Een gezond binnenklimaat en energiereductie staan op gespannen voet met elkaar. Daarom leidt deze interpretatie van het begrip meestal tot een technische gecompliceerd ontwerp. Geen enkel PvE dat voor dit onderzoek is bestudeerd is, geeft prioriteiten aan, hoewel uit literatuur en interviews blijkt dat dit toch dient te gebeuren. Dit kan het ontwerpteam helpen de juiste keuze te maken wanneer eisen conflicteren. “Het ontwerp blijft een compromis”. Haalbaarheidonderzoek Eisen dienen op het budget te zijn afgestemd. Alleen bestaan er geen kengetallen, op basis waarvan een schatting gemaakt kan worden of een eis financieel haalbaar is. Om die reden wordt de haalbaarheidstudie gebaseerd op ontwerpverkenningen, waarin concrete duurzame toepassingen zijn verwerkt. Het budget kan dan geschat worden op basis van de kostprijs van deze toepassingen. Omdat de duurzaamheidambitie vaak een technische uitwerking tot gevolg heeft, kan hiervoor een technisch ontwerpdeskundige, zoals een installatieadviseur, worden aangetrokken. De haalbaarheidstudie en het formuleren van een weloverwogen ambitie vraagt om extra procestijd in de initiatieffase. Twee onderzochte casussen laten zien dat de opdrachtgever ook kan kiezen om direct aan de ontwerpfase te beginnen zonder eerst de financiële consequenties van zijn duurzaamheidambitie te onderzoeken. De opdrachtgever kan dan de expertise van het ontwerpteam gebruiken om de verschillende aspecten van zijn duurzaamheidambitie te bepalen en deze direct te vertalen naar het ontwerp. Financiële ramingen zullen dan op basis van het ontwerp worden gemaakt. De opdrachtgever loopt zo wel het risico dat of een gewenst ambitieniveau niet wordt gehaald of dat het budget hoger zal oplopen dan verwacht. Ontwerpproces De opdrachtgever stuurt in de eerste plaats op zijn duurzaamheidambitie door het selecteren van een architect waarvan de duurzaamheidvisie overeenkomt met zijn visie of een ontwerpteam dat ervaring heeft met duurzaam bouwen. De rol van het PvE tijdens de ontwerpfase, is afhankelijk van hoe de duurzaamheidambitie hierin is omschreven. Wanneer niet duidelijk uit het PvE naar voren komt wat de opdrachtgever met duurzaamheid bedoelt, kan de opdrachtgever zelf intensief bij het proces betrokken blijven om de duurzaamheidambitie mondeling over te brengen. Hij kan ook een externe duurzaamheidadviseur inschakelen die zijn rol als opdrachtgever overneemt en het ontwerpteam controleert. Een score voor een bepaald duurzaamheidlabel kan het ontwerpteam een richtlijn geven welk ambitieniveau gewenst is. Dit brengt wel een risico met zich mee. De labels meten duurzaamheid namelijk op basis van verschillende aspecten. De aspecten en de waardering per aspect sluiten niet altijd even goed aan op de specifieke duurzaamheidambitie van de opdrachtgever. Wanneer het ontwerpteam de werkelijke ambities van de opdrachtgever uit het oog verliest en zich slechts richt op het behalen van het label, bestaat de kans dat het ontwerp uiteindelijk niet conform de ambities van de opdrachtgever uitvalt. Reflectie De literatuur noemt ‘het aanzetten tot reflectie op de opgave’ een van de functies van het PvE. Het lijkt er echter op dat het opstellen van het PvE in duurzame projecten (twee casussen daargelaten) de opdrachtgever nauwelijks aanzet tot reflectie op zijn duurzaamheidambitie. De term ‘duurzaamheid’ lijkt door veel opdrachtgevers eenduidig gebruikt te worden. De formulering van de duurzaamheidambitie in PvE’s blijft vaak beperkt tot het noemen van een bepaald label, maar een beschrijving van een visie of motivatie blijft achterwege. Leden van de ontwerpteams lijken juist daar behoefte aan te hebben: “het formuleren van het ‘waarom’ is minstens net zo belangrijk”. Ook zal de formulering van ‘het waarom’ de rol van het PvE als communicatie- document verbeteren. Echter zal het PvE in dat geval nooit de gesprekken tussen opdrachtgever en architect kunnen vervangen. Aanbevelingen Het verdient aanbeveling wanneer de opdrachtgever een afzonderlijke interpretatiefase inlast waarin hij zijn idee van duurzaamheid specificeert. In de interpretatiefase kan hij vermelden wat hij onder duurzaamheid verstaat en welke specifieke aspecten hij belangrijk vindt. Met name dient hij te vermelden waarom hij een duurzaamheidambitie heeft. Deze ambitie kan bijvoorbeeld voortkomen uit de visie van zijn organisatie en samenhangen met de hoofdactiviteiten ervan. Door het moeten formuleren van zijn motivatie, wordt hij gedwongen hierover goed na te denken. De opdrachtgever dient zijn ambities uit te spreken op die aspecten, die volgens hem bepalend zijn voor de duurzaamheid van het gebouw. De ambities per aspect kunnen op hun beurt vertaald worden naar een of meerdere concrete eisen. Aan energiereductie, kan een meetbare waarde worden verbonden. Ambities op andere aspecten zijn niet of niet direct in meetbare eisen weer te geven. Het is aan te bevelen om de ambities van stakeholders in kaart te brengen. Overeenkomstige ambities zouden door samenwerking een grotere kans hebben gerealiseerd te worden. Het is aan te bevelen prioriteiten aan te geven. Bij conflicterende ambities (hiervan zijn een gezond binnenklimaat en energiereductie een goed voorbeeld) kan men voorwaarden stellen. “Energiereductie dient geoptimaliseerd te worden, onder voorwaarde dat een gezond binnenklimaat gewaarborgd blijft”. Wanneer men gebruik wil maken van een bepaald label dient de opdrachtgever erop toe te zien dat het label niet het doel wordt. D.w.z. dat men slechts ‘lijstjes’ van duurzame toepassingen afwerkt om een zo hoog mogelijke score te halen. Het label dient juist als middel gebruikt te worden, waarbij het ontwerp in de eerste plaats aansluit op de ambities van de opdrachtgever en vervolgens gecontroleerd wordt op het duurzaamheidnivieau. Hoe eerder de duurzaamheidambitie wordt vastgelegd, des te meer tijd is er om voldoende middelen(budget) vrij te maken, die nodig zijn om de duurzaamheidambitie te realiseren. Wanneer een snel proces gewenst is, kan men kiezen om na de ‘interpretatiefase’ direct aan het ontwerpproces te beginnen en een tijdrovende haalbaarheidstudie in de initiatieffase over te slaan. Men kan er dan voor kiezen minder rigide vast te houden aan of het budget of de eis. Conclusie De opdrachtgever kan pas sturen op zijn duurzaamheidambitie als alle betrokkenen begrijpen wat hij onder duurzaamheid verstaat. Ter bevordering van het begrip kan hij in het begin van de initiatieffase een interpretatiefase in lassen, waarin hij zijn idee van duurzaamheid specificeert. Dit kan door ambities uit te spreken op verschillende aspecten die volgens hem van invloed zijn op duurzaamheid. Na het duiden van de financiële consequenties van die ambities en het eventueel extra geld vrijmaken neemt de kans toe dat het gewenste ambitieniveau wordt gehaald. Wanneer de opdrachtgever zijn visie en motivatie opneemt in het PvE, vergroot dit de rol van het PvE als communicatiemiddel en reflectiedocument. Het selecteren van een ervaren ontwerpteam is vervolgens minstens zo belangrijk als een goed PvE.