Print Email Facebook Twitter Monitoring van de effecten van de verruiming 48'/43': MOVE-rapport 8, Deel B: Hoofdrapport Title Monitoring van de effecten van de verruiming 48'/43': MOVE-rapport 8, Deel B: Hoofdrapport Author Peters, B.G.T.M. Liek, G.A. Wijsman, J.W.M. Kuijper, M.W.M. Van Eck, G.T. Contributor Withagen, C.F.M. Meire, P. Jeuken, M.C.J.L. Hulscher, S.J.M.H. Wang, Z.B. Arends, A.A. Dauwe, B. Berrevoets, C.M. Graveland, J. Hesselink, A.W. Hoeksema, H.J. Kornman, B.A. De Jong, D.J. Van Pagee, J.A. Vroon, J.H. Wilmer, H. Corporate name Rijkswaterstaat Project Zeemove Date 2003-06-16 Abstract In 1995 kwamen Vlaanderen en Nederland overeen dat de vaargeul naar Antwerpen verruimd zou worden tot 48/43/38 voet. Dit betekent dat schepen met een maximale diepgang van 48 voet (1 voet is circa 0,3 meter) in één getij naar Antwerpen kunnen varen en dat schepen met een maximale diepgang van 43 voet in één getij vanuit Antwerpen de Westerschelde af kunnen varen. Schepen met een diepgang van 38 voet kunnen onafhankelijk van het getij op de Westerschelde varen. Het verruimingsverdrag voorziet naast de verruimingswerkzaamheden ook in wrakkenberging, aanleg van geulwandverdedigingen en een natuurcompensatieprogramma. Tussen juli 1997 en juli 1998 is deze vaarwegverruiming in de Westerschelde (kortweg de verruiming 48/43) uitgevoerd. Dit rapport beschrijft de evaluatie van de effecten van deze verruiming en de bijbehorende bagger-, stort- en zandwinstrategie. Beide evaluaties zijn gebaseerd op meetgegevens die ondermeer in het kader van het project MOVE (Monitoring Verruiming Westerschelde) zijn verzameld. MOVE is in 1996 door de beheerder van de Westerschelde, Rijkswaterstaat Directie Zeeland, opgezet en wordt in 2006 afgerond met een eindevaluatie. De MOVE evaluatierapportage 2003 is een tussenevaluatie en heeft de volgende doelstellingen: 1 Het signaleren van ontwikkelingen in de Westerschelde om daarmee de effecten van de verruiming 48/43 te evalueren. 2 Het evalueren van de effecten van de bagger-, stort- en zandwinstrategie. Hieronder staan de belangrijkste conclusies van de MOVE evaluatie 2003: - Waterstanden in het oostelijk deel zijn veranderd zoals verwacht - Morfologie, van met name platen en ondiep water, is veranderd, maar anders dan verwacht - Het MOVE Fysisch denkmodel lijkt te kloppen m.b.t. waterbeweging, maar niet voor de morfologie - Er zijn (nog) geen effecten t.g.v. verruiming 48'/43' waarneembaar m.b.t. biologie/ecologie - De waterkwaliteit is waarschijnlijk niet beïvloed door de verruiming 48'/43' - Behoud van het meergeulenstelsel bij het huidige vaarwegonderhoud is nog mogelijk - Er is geen relatie gevonden tussen de omvang van het onderhoudsbaggerwerk van de drempel en de omvang van het gestorte materiaal nabij de drempel - De toename van omvang onderhoudsbaggerwerk is vooral een gevolg van vaarwegverbreding - Westerschelde blijkt een zandexporterend systeem te zijn geworden Subject verruiming48'/43'Westerscheldegevolgenevaluatie2003MOVEmorfologiewaterbewegingbaggeren Classification TCS2000TLE750200 To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:4120a7d1-a7fa-4f16-a8e5-afe86410aaa3 Publisher Rijkswaterstaat, RIKZ Source Rapportnr.: 2003.027 Part of collection Hydraulic Engineering Reports Document type report Rights (c) Rijkswaterstaat Files PDF rikz2003027.pdf 6.67 MB Close viewer /islandora/object/uuid:4120a7d1-a7fa-4f16-a8e5-afe86410aaa3/datastream/OBJ/view