Print Email Facebook Twitter Slibtransport over de IJgeul Title Slibtransport over de IJgeul Author Van der Lans, W.P.L. Contributor Kranenburg, C. (mentor) Winterwerp, J.C. (mentor) Van de Graaff, J. (mentor) Loman, G. (mentor) Battjes, J.A. (mentor) Faculty Civil Engineering and Geosciences Department Hydraulic Engineering Date 1998-06-01 Abstract Om de groei van Schiphol op te kunnen vangen wordt er gekeken naar mogelijkheden om een luchthaven op een eiland voor de kust te creeren. Er zijn enkele varianten ontwikkeld. Bij een van deze varianten wordt het zand dat nodig is voor het eiland, onttrokken aan de vaargeul bij IJmuiden. Deze vaargeuI, de IJgeul, wordt dan beduidend dieper en breder. Dit kan grote gevolgen hebben voor het slibtransport langs de Nederlandse Noordzeekust. In deze studie worden de gevolgen van het vergroten van de IJgeul op het slibtransport onderzocht. In deze studie wordt met behulp van een slibtransportmodel een schematisatie van de IJgeul gemaakt. Met deze schematisatie, het IJgeulmodel, wordt een vergelijking gemaakt tussen de huidige situatie en de toekomstige situatie. Er is in Nederland een aantal slibtransportmodellen beschikbaar, onder andere: Slib3D, Delwaq, Sutrench en een onderzoeksversie van Trisula. Voor dit onderzoek is gekozen voor het gebruik van Trisula. Dit model kan zowel de waterbeweging als het slibtransport simuleren. Daamaast is interactie tussen de slibconcentratie en de waterbeweging in het model opgenomen. Verder is het Trisula model direct voor gebruik beschikbaar en is een goede begeleiding mogelijk. De IJgeul heeft nu een breedte van 650 meter bij de haven, tot 750 meter op 30 kilometer van de kust. In de toekomstige situatie zal de breedte varieren van 740 tot 3650 meter. De diepte neemt toe van 19 meter tot 24 meter onder het gemiddelde zeeniveau. Op dit moment vindt er netto nauwelijks sedimentatie plaats in en rond de vaargeul. Er is voor vier verschillende dwarsdoorsneden een 2-DV model van de IJgeul gemaakt. Deze modellen zijn per locatie gemaakt met twee verschillende randvoorwaarden en met verschillende geometrie. Als randvoorwaarden is een springtij en een doodtij opgelegd. Daamaast is er voor een locatie een simulatie gemaakt die van springtij naar doodtij verioopt. In deze simulatie is sedimentatie en erosie opgenomen. Na gebruik van het Trisula model en een studie naar de bodemschuifspanning opgewekt door windgolven kunnen de volgende conclusies worden getrokken: Door het verbreden van de vaargeul bij IJmuiden ontstaat er tijdens een normale springtij-doodtij eyeIus een sliblaag aan de bodem. De massa slib in deze laag neemt in de toekomstige situatie tijdens normale weerscondities ongeveer met een factor 2 toe ten opzichte van de huidige situatie. Golven met een grote periode hebben veel invloed op het slibtransport. Het optreden van ruig en stormachtig weer is zowel in de huidige als in de toekomstige situatie voldoende om de sliblaag op de bodem te eroderen. Door het optreden van grote windgolven treedt er over een periode van een jaar geen netto sedimentatie van slib op in de verruimde vaargeul van IJmuiden. Wel zal een grotere fluctuatie in het aanbod van slib optreden door het vergroten van de IJgeul. Subject siltsediment tranportsiltatitionIJmuidenaccess channel To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:54c14f24-5eca-407c-9ef3-20f2de3445e0 Part of collection Student theses Document type master thesis Rights (c) 1998 Van der Lans, W.P.L. Files PDF van_der_Lans-1968.pdf 10.84 MB Close viewer /islandora/object/uuid:54c14f24-5eca-407c-9ef3-20f2de3445e0/datastream/OBJ/view